
Aantal jaren terug was er zo’n programma ‘het zesde zintuig’.
Zelf weet ik nooit helemaal wat ik met dit soort dingen moet, maar het intrigeert me en ik vond dit programma ook gewoon “leuk” om naar te kijken.
De meeste deelnemers vond ik ook best wel leuke types. Maar nu zat er specifiek 1 deelnemer in die bij mij direct wat opriep; Liesbeth van Dijk.
Netjes gezegd; ik moest een direct enorme explosie aan wegzap behoefte stevig onderdrukken als zij in beeld kwam en nog een tandje meer als ze haar mond open deed. Ik kan niet goed uitleggen wat het precies is, maar het is me niet meer gelukt dat bij te stellen.
De andere kandidaten vond ik allemaal wel leuk, met stip op één Peter van der Hurk; humor die ik wel kan waarderen en een no nonsense type en dat gecombineerd met spiritualiteit intrigeerde me enorm. Ik moest zo vaak om hem lachen.
Maar goed; die Liesbeth kreeg even later een televisie programma: ‘Paranormale kinderen’ heette dat. Nu vind ik dat al dubieus; kinderen (willen) blootstellen aan zoiets op tv. Maar ja op sbs 6 kan dat.
Toch kon ook ik het niet weerstaan om een aflevering te gaan kijken.
Om al snel te constateren dat het precies is zoals ik het verwachtte: gewoon niet gezond en zielig dat kinderen zo in beeld worden gebracht.
In de betreffende aflevering vertelde een jong meisje dat ze last had van geesten op haar kamer en Liesbeth kreeg de vraag van dat meisje wat ze daar aan kan doen. Volgens Liesbeth moesten ze gedroogde salie hebben.
Zo gezegd, zo gedaan en de salie werd gehaald.
De fik ging in de salie en Liesbeth liet het meisje zien dat je de rook van de salie door de kamer en ook de hoeken van de kamer moet halen om de geesten te laten verdwijnen en alles te zuiveren.
Vervolgens zet ze de salie ergens neer en zegt tegen het meisje: ‘en dan doe je zo’ (Liesbeth kruist haar armen over haar borst) ‘doe mij maar na. Ja, zo ja. En dan zeg je;’ (op een volledig melodramatische toon zet ze in en zegt:) ‘gáááááá naar het licht, gáááááá naar het licht’.
M’n mond schoot spontaan open en ik -en Johannes die net dit stuk van het programma meekreeg- schoten tegelijk volledig in de lach.
De daarop volgende dagen hebben we precies dit gebaar met bijbehorende tekst gedaan; tegen elkaar als we het niet met elkaar eens waren of we de ander wat vonden zeuren, toen er een verkoper aan de deur stond (wel nadat ik de deur dicht had gedaan dan…) en toen Johannes aan de telefoon zat met een medewerker van zijn verzekering die niet bepaald meewerkte.
Sindsdien spreken we bij mensen die we het liefst in real life ook weg zouden willen zappen, over ‘ga naar het licht types’ of als we alleen maar onze armen zo kruizen en ons hoofd iets naar boven houden, is al voldoende om elkaar, bijvoorbeeld op een feestje, te redden van een ‘ga naar het licht type’. En eigenlijk nog het meest om allebei volledig in de lach te schieten.
Is het kijken naar Liesbeth en al dat stevig onderdrukken van enorme explosies aan wegzap behoefte, toch ergens goed voor geweest.