
00.30 uur, nog een laatste bakje thee voordat ik ga slapen. Buiten hoor ik een groepje opgeschoten lui en ik hoor gerommel aan een kliko….ik ga toch eens kijken.
Ik kijk door het raampje van de voordeur. Hè? Wáár is onze kliko die straks nog voor de deur stond…….?
Aaargh, een van die gozers draagt het op z’n rug!
Shit ik had de deur al op slot, waar heb ik die verrekte sleutels?
Eenmaal deur open gekregen (zo makkelijk blijkt dat niet te gaan als je haast hebt), waren ze al bijna de straat uit en ik rende ze achterna en riep; ‘héy! Híerrr komen met die kliko!’
Saillant detail; ik had m’n sloffen aan, weet niet of je ooit hebt moeten rennen met sloffen aan? Gedoemd om te mislukken dus.
Als in een slow motion film zag ik mezelf gaan; ik leek eerder achteruit te gaan dan vooruit en ze waren veel te ver weg om ze werkelijk in te kunnen halen.
M’n roep bleek genoeg indruk te maken, want die knul gooide de kliko van zich af en alle vier de jongens zetten het op een lopen.
Ik haalde de kliko op en zette het weer op zijn vaste plek aan zijpad van het huis.
Nog hijgend als een pakpaard, half door de adrenaline, half door de vrij lange sprint die ik moest maken i.c.m. mijn gewéldige conditie, ben ik nog maar eens een bak thee gaan zetten; eerst maar even uithijgen.
Ik adem weer normaal en ik ben bijna klaar om nu echt op een oor te gaan; hoor ik weer schreeuwen verderop. Ik wacht toch nog maar even af.
‘Goh apart, wat is na dat hele tijd schreeuwen nu plots stil’.
Ik ga weer kijken; jawel komen ze weer aan hoor, muisstil kwamen ze mijn kant uit. Ik stond in het donker waardoor ze mij niet konden zien. Zodra ze vlakbij waren zag ik één van hen om zich heen kijken en hij trok een sprint; het steegje in langs het pand van de buren waar achterin zowel de kliko’s van de buren als die van ons staan.
Nu werd ik echt pissig….ik rende naar buiten en als een volleerd viswijf riep ik; ‘en nóuw óprottuh!’ en ik maakte er nog een overtuigend handgebaar die mijn boodschap bekrachtigde.
Die jongen sprong vanuit het steegje over en door het perkje de straat op en ze renden er alle vier weer snel vandoor. Hoe gênant ik het ook vond; ik moest toch maar de politie bellen anders wordt het zo wel een héle lange nacht; iets met een kat en een muis.
Kort daarop 2 motor agenten door de straten en daarna was alles weer rustig.
Alleen was ik inmiddels echt klaarwakker!
Máár alle kliko’s staan er nog.
Wat een absurde situatie ook weer en eigenlijk stiekem ook wel erg geestig; wie jat er nou een kliko? En welke mafkees gaat er nou midden in de nacht als een viswijf achteraan?