Engeltjes op m’n schouder

Toen ik afgelopen week in de file stond, druk in discussie met mezelf over wat ik nou ging doen met het avondeten. Ik wilde wel iets gezond eten, maar ik had zó geen zin meer in koken na deze drukke werkdag, nu ik een uur later dan normaal thuis zou komen, keek ik even in m’n achteruitkijk spiegel.

Vlak voor ik m’n ogen weer terug wilde draaien naar de file voor me, om in de lijn der verwachting weer verveeld te gaan kijken naar en te gokken hoelang het nog zou duren voor ik eindelijk eens bij “mijn” afslag zou zijn (en die al lang en breed in zicht was), bleef mijn blik abrupt hangen in datzelfde spiegeltje; het was me direct duidelijk dat dit absoluut geen goed scenario is. 

Hardop riep ik paniekerig; ‘Óhhh god, hij gaat dit niet redden, NEE! NEE! hij gaat dit nóóit redden! 
Links van mij stonden auto’s ook in de file en rechts, net bij het stuk waar er nog geen vluchtstrook was maar alleen een vangrail, tussen afrit van de benzinepomp en de snelweg, stond ik op de rechter rijstrook.
Ik kon gewoon geen kant meer op. 
Er ging van alles door me heen en ik kreeg een visioen; een beeld dat ik bekneld uit de auto geknipt zou moeten worden door hulpdiensten flitste door mijn hoofd. 
De auto zou niet meer heel blijven, tot zover was dat al een gegeven, ik kon alleen nog maar héél hard wensen dat ik álsjeblieft hier heelhuids uit zou gaan komen…..en toen hoorde ik een kéiharde gil. 
Dat bleek ikzelf. 

De stereo, de dop van een beker, m’n broodtrommel en m’n tas, bijna alles wat los stond of los kon schieten, schoot door de auto. Ik hoorde een harde klap, inmiddels had ik m’n ogen heel hard dicht geknepen en mijn lijf stond onbewust stijf om mezelf zoveel mogelijk rechtop te houden toen ik naar voren werd gelanceerd op de auto die voor me in de file stond. 


Als in slow motion, alsof Uri Geller hoogst persoonlijk bij mij in de auto zat, voelde ik de rugleuning van m’n stoel als een rietje volledig naar achter buigen. Dit ging zo ver en schuin, dat de stoel als een kleine twist met het rechter deel van de rugleuning en hoofdsteun op de achterbank terecht kwam en het linker deel vlak daarboven. Ik kan het bijna niet uitleggen en al hélemaal niet verklaren. Het was zó bizar. 
Toen ik niets meer voelde en geks hoorde durfde ik m’n ogen pas weer open te doen, wat ik allemaal gezien en gevoelt heb, drong nog niet goed tot me door. Verbaasd keek ik naar beneden naar mijn lichaam en bewoog mijn hoofd, armen en benen, opgelucht kon ik constateren dat alles er nog aan zat. 

Met in ene bewust van de pijn in m’n knie stapte ik als eerste van de twee andere bestuurder uit en checkte bij beide bestuurders of alles lichamelijk oke was. Net zo verdwaasd als ik waren ze gelukkig allebei lichamelijk oke. 
Een vrouw die het heeft zien gebeuren was zo lief te stoppen en was al de hulpdiensten aan het bellen. 
En toen stond ik op de snelweg bij de vangrail en keek ik eens naar de auto. 
Uitgerekend vandaag hadden mijn vriend en ik een ruil gedaan; mijn station wagen had hij mee, om een goeie vriend te helpen met verhuizen. 
En dan hier, de auto van m’n vriend….total loss… 
Ik kon alleen nog maar huilen… 

Inmiddels een aantal dagen verder, na de auto nog eens in daglicht te hebben gezien en ondanks m’n emotionele momenten, met waarschijnlijk het hoogtepunt te hebben gehad van de ernorme spierpijn en met een gekneusde knie, besef ik dat ik veel geluk heb gehad en tel ik mijn zegeningen. 

Ik had een engeltje op m’n schouder.
Of zeg maar gewoon; op iedere schouder één!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: